A telier de la C harité

landelijk logeren

Koffie

Onze buurman komt bijna dagelijks bij ons langs. Dat vinden wij leuk; het is gezellig, we horen de nieuwtjes en leren er een beetje Frans bij. Hij kwam als vrachtwagenchauffeur regelmatig in Nederland. Wat hem vooral is bijgebleven, zijn de Nederlandse arbeidsvitaminen: muziek en koffie. Van dat laatste kon hij ook meeprofiteren; overal waar hij kwam, kreeg hij een bakkie aangeboden.

Dat is hier anders: bij de kapper, de garage of de bouwwinkel hoef je geen koffiemachine te verwachten.

De meeste mensen zorgen bij het ontbijt voor een flinke hoeveelheid cafeïne: zij drinken koffie uit een bol (grote kom) met veel melk. In die kom wordt dan gelijk het brood gesopt, want wat moet je anders met stokbrood van een dag oud. Kinderen gebruiken daar (chocolade)melk voor, maar drinken soms ook café au lait. Wij vinden dat laatste gek, maar ja, onze kinderen drinken thee en dat wordt door de Fransen weer raar gevonden.

Buitenshuis drink je koffie in de kroeg. Je bestelt een grote of kleine café (espressosterkte), desgewenst met melk. Veel klanten kopen tegelijkertijd een gokformulier want gokken (paardenraces, lotto etc.) is hier een favoriete bezigheid. De uitslagen zijn vaak direct op een beeldscherm te volgen waardoor de gasten wat langer blijven hangen. De kroegen varen er wel bij.

Als je bij mensen op bezoek gaat, krijg je trouwens gewoon un café aangeboden en geen wijn zoals iedereen altijd denkt. Veel pads, poeder of in de magnetron opgewarmde filterkoffie. Genieten dus. Bij de buurman is het niet veel beter: vers maar doorzichtig. Verder hebben we niets te zeuren hoor. Je kunt altijd bij de mensen aankloppen als je zin hebt in een praatje. Agenda’s trekken is niet nodig. De kwaliteit van de koffie nemen we graag op de koop toe. Dat doet onze buurman ook als hij van ons een bakkie krijgt aangeboden.

Epiphanie

De eerste zondag van januari wordt Epiphanie (Driekoningen) gevierd. Hier geen kinderen langs de deur die snoep vragen maar samen met vrienden of familie een galette des roi eten. De galette is meestal een taart van bladerdeeg met een spijsvulling. In de vulling zit een fève verstopt. Degene die hem aantreft in zijn stuk taart, is de koning en mag vervolgens zijn koning of haar koningin uitkiezen. De gewoonte is dat de jongste onder tafel gaat zitten en bepaalt wie welk stuk taart krijgt. Zo krijgt degene die de taart aansnijdt, geen kans om vals te spelen.

Een fève is letterlijk een tuinboon, vroeger was dat goed genoeg. Tegenwoordig is de commercie daar opgedoken. Al in november kun je de eerste galettes kopen met daarin prachtige kleine beeldjes verstopt. Ieder merk galette gebruikt daarvoor zijn eigen serie. Dat wil zeggen, allemaal verschillende poppetjes in hetzelfde thema. Dat werkt altijd, als je er één hebt, wil je ze allemaal. Vooral de kinderen natuurlijk. Ter inspiratie worden vaak populaire tekenfilms gebruikt. Dat sterkt mij weer in mijn overtuiging om de kinderen zo min mogelijk mee te nemen naar de supermarkt. Voor je het weet kom je thuis met een Asterix taart van inferieure kwaliteit.

Dit jaar hebben we maar eens een eigen baksel geprobeerd. De kunst is om een mooie fève en een kroon te vinden. Die zitten normaal bij de koop ingesloten maar kom er los maar eens om. Zelf dus maar een kroon geknipt en een mooi speldje in de taart verstopt (een beeldje van vorig jaar is ook zo flauw). Resultaat: ontevredenheid alom. Ma is niet blij met de smaak, iedereen heeft teveel gegeten (de taart viel groot uit maar moet om de fève te vinden natuurlijk in één keer op), de oudste is voor het derde jaar achtereen koning (het is niet eerlijk!) en het speldje…ach. Volgend jaar dan toch maar weer Asterix?

Kerst

De kerstdagen brengen we door met een vriend en zijn zoon. De moeder van een vriendje van de kinderen reageert geschokt; kerst zonder familie, ondenkbaar. Kerstavond (réveillon) is ontzettend belangrijk; de familie komt bijeen om cadeaus uit te wisselen, Père Noël verwent de kleinsten en er wordt natuurlijk uitgebreid gegeten. Op kerstdag (tweede kerstdag bestaat niet) wordt dit eventueel bij de andere familie nog eens overgedaan.

Onderdeel van de maaltijd is standaard foie gras (ganzenlever), de winkels liggen er in december vol mee. Het wordt puur gegeten of verwerkt in allerlei gerechten. Je hoeft de radio of televisie maar aan te zetten of het gaat over foie gras. Koks laten zien wat je ermee kan doen, luisteraars wisselen recepten uit en consumentenprogramma’s doen een vergelijkend warenonderzoek. Dierenwelzijn wordt hierin niet meegewogen. In Frankrijk is het heel gewoon om de ganzen met een trechter in de keel te voeren zodat ze in december lekker vet zijn. Niemand lijkt daarmee te zitten, sterker nog, men is trots op dit nationale product. Wij vinden dat als hele en halve vegetariër iets lastiger.

Het dessert is wel veilig; dit is traditioneel een bûche (boomstammetje). Vroeger werd een mooi houtblok uitgezocht om op kerstavond in de haard te stoppen, als eerbetoon aan het terugkerende licht. Hoewel in Frankrijk nog veel mensen op hout stoken (steeds meer door de hoge energiekosten), wordt het stammetje tegenwoordig opgediend in de vorm van gebak. Nepfransen die we zijn, kan de crèmevulling ons niet echt bekoren. Gelukkig biedt de ijsuitvoering uitkomst.

Kerstfeest op school

De vrijdagavond voor de kerstvakantie wordt het jaarlijkse schoolkerstfeest georganiseerd. Eigenlijk is het meer een voorstelling; elke klas heeft een dans, liedje of toneelstukje voorbereid. ’s Middags help ik met de voorbereidingen: buffet en stoelen klaarzetten en de door de leerlingen gemaakte versieringen ophangen. Vanaf 18 uur is het zover. Tot vorig jaar was dit een lange zit (eindigend rond 21.30 uur) in een warme, overvolle zaal. De kleuters kon je na afloop letterlijk wegdragen. Tot onze opluchting is besloten om er wat meer vaart in te brengen: de klassen laten hun voorstelling nu één keer zien in plaats van twee keer.

Om de magen te vullen en de schoolkas te spekken, kopen we tijdens de pauze de door de ouders gemaakte taarten en quiches. Verder hebben de oudste schoolkinderen van tevoren lootjes verkocht waarvan je de prijsjes (wijn, champagne, bonbons) gedurende de avond kunt ophalen. Met de handen vol met drankjes, gebak en prijsjes baant iedereen zich een weg naar zit- of staanplaats en praat ondertussen met Jan en alleman. In een kleine plattelandsgemeenschap lijkt iedereen elkaar te kennen. We maken daar steeds meer deel van uit waardoor we er niet meer zo verloren bijstaan als in het begin.

Aan het einde van de avond verzamelen alle kinderen zich op het toneel en zingen ‘petit papa Noël’. Deze kerstklassieker (prachtige versie op youtube van Mireille Mathieu) is het startsein voor de komst van Père Noël (de kerstman). Père Noël neemt ook plaats op het toneel en roept de inmiddels oververhitte kinderen om de beurt naar voren. Ze zitten allemaal even op schoot bij de oude heer (ja, ook de groten) voor een praatje (of je sage bent geweest), een cadeautje (een lees- of prentenboek) en een grote zak snoepgoed waarvan de helft in de vuilniszak belandt (sommige snoepjes lust zelfs Rick niet). De zak snoep - vies of niet - wordt uiteraard als eerste opengetrokken, het boek voor de vorm even doorgebladerd. De kerstvakantie kan beginnen.

Sainte Cécile

Elk jaar wordt voor de leden van de plaatselijke harmonie en hun gezin een feestje georganiseerd ter ere van Sainte Cecile (beschermheilige voor de muzikanten). Rick speelt bij de harmonie dus wij zijn van de partij. Dat begint met een muzikale bijdrage van de harmonie tijdens de kerkmis. Aangezien de meerderheid van de Fransen katholiek is, wordt er voor het gemak vanuit gegaan dat je daar als harmonielid geen bezwaar tegen hebt. Na de mis verzamelen de leden zich samen met de leerlingen van de muziekschool in de salle polyvalente (zaal voor allerlei doeleinden).

Tegen acht uur ’s avonds en na een uur kerkmis hebben we eigenlijk wel behoefte aan een drankje maar eerst volgt er een officieel moment. De burgemeester overhandigd aan de leerlingen van de muziekschool hun diploma, de nieuwe harmonieleden krijgen een speldje en leden met 5, 25 of 50 jaar lidmaatschap een medaille. Dan volgt eindelijk de ‘vin d’honneurs’- een glas champagne met hapje - waarna het feest echt kan beginnen.

In Frankrijk gaat een feest altijd samen met een maaltijd, in dit geval een vrij uitgebreide. Als je op z’n Hollands even snel wilt eten en daarna feesten, kom je bedrogen uit. Rond half tien wordt het eerste voorgerecht geserveerd en om twee uur ’s nachts eten we het nagerecht.

Tussen de zes gangen door wordt er gedanst (Franse nummers en Boney M zijn favoriet), muziek gemaakt (veel accordeon), gezongen (oude chansons) of een spelletje gedaan. Iedereen doet mee, jong en oud. Ondertussen rennen de kinderen met z’n allen rond. Voor Franse kinderen wordt geen oppas geregeld, zij horen er gewoon bij.

Na een kopje koffie gaan we om half drie naar huis want de jongens komen nu wel erg vaak op schoot zitten. Het feestje is nog niet ten einde waardoor we de uiensoep die gepland staat als uitsmijter helaas moeten missen.

Schoolzwemmen

In onze regio is het niet vanzelfsprekend dat kinderen leren zwemmen. Veel ouders kunnen zelf niet zwemmen en nemen hun kinderen dus niet mee naar het zwembad. Bovendien hebben veel ouders helemaal geen geld voor zwemles. Op de leeftijd dat Nederlandse kinderen allang kunnen zwemmen, zijn hier veel kinderen nog niet eens watervrij. Voor ons Nederlanders ondenkbaar.

Volgens het schoolprogramma moeten kinderen kunnen zwemmen voordat zij naar de middelbare school gaan. Om dit mogelijk te maken, mogen de scholen gratis gebruik maken van het plaatselijke zwembad. Onze school doet dat helaas pas vanaf groep 6.

Tijdens het schoolzwemmen zijn twee zwemleraren beschikbaar voor ca. 50 kinderen. De zwemleraren geven les aan de kinderen die watervrij zijn of al kunnen zwemmen. Aan de leerkrachten de schone taak om de overige kinderen vertrouwd te maken met water. Ouderhulp is daarbij geen overbodige luxe. Ik heb me aangemeld maar voor het zover is, moet ik eerst een aantal stappen nemen.

Als eerste moet ik een vergadering bijwonen van de onderwijsinspectie. Nou ja, vergadering: de assistente van de onderwijsinspecteur legt uit wat er wel en niet van de ouders wordt verwacht. Daarna moet ik een test afleggen in het zwembad. Het is namelijk een beetje lastig als zou blijken dat ik zelf niet kan zwemmen. En als laatste punt moet ik - als dat nog niet geregeld is - zorgen voor een aansprakelijkheidsverzekering. Je weet immers maar nooit. Kortom, het kost wat moeite maar de assistente benadrukt dat we daarna het recht hebben om de komende vijf jaar het schoolzwemmen te begeleiden, in de hele provincie. Dat is dan toch maar mooi meegenomen.

Muziekles

Als je in Frankrijk naar de muziekschool gaat, leer je geen instrument bespelen zonder aparte solfège lessen. Zes jaar lang, elke week, inclusief huiswerk en na elk jaar een examen. Voor veel instrumenten geldt dat je deze pas mag gaan bespelen als je voor het eerste examen bent geslaagd. Voorafgaande aan de solfègelessen kan nog een of twee jaar jardin musicale worden gevolgd; een op speelse wijze - dachten wij - kennismaken met de muziek. In de praktijk bestaan ook deze lessen uit het leren herkennen (en overschrijven!) van muzieknoten.

Zo kan het dus gebeuren dat een kind drie jaar lang theorieles heeft, voordat hij een instrument leert bespelen. Niet echt bemoedigend. Chevy heeft geluk gehad; die mocht al op pianoles tijdens het tweede jaar jardin musicale. Zijn broertje heeft pech; die wil trompet leren spelen en volgt het lange traject. Een vriendje in hetzelfde jaar ziet het niet meer zitten. Rick denkt, kom, ik leen mijn trompet uit en help hem alvast een beetje op weg.

Dit blijkt niet zo’n goed idee te zijn. Het jongetje wordt ‘betrapt’ (hij heeft de trompet meegenomen naar solfège) waarna zowel zijn moeder als Rick door de muziekjuf op het matje worden geroepen.

Eerst moeten we daar een beetje schaapachtig om lachen maar de juf is werkelijk not amused. Wat Rick met z’n eigen zoon doet, moet hijzelf weten maar een ander kind lesgeven kan echt niet: er wordt een leerling weggepikt, de jongen in kwestie kent zijn noten nog niet, hij is te klein voor het instrument en er wordt afgeweken van de gebruikelijke lesmethode.

Tja, de methode, een lesboek uit 1964. We proberen hier voorzichtig tegen in te brengen dat internet ook hele goede methodieken oplevert en dat er alleen sprake is van een verkennende fase. Met een beetje mazzel ziet het jochie het licht weer en gaat hij volgend jaar gewoon bij haar op trompetles. De juf is niet overtuigd maar kan de ‘lessen’ uiteraard niet tegenhouden. Het laatste woord is hierover nog niet gezegd, dat is duidelijk.

Johnny Hallyday (1)

Gisteren was hij weer eens op televisie: Johnny Hallyday. In Nederland niet zo bekend maar hier wereldberoemd. Hij is bijna zeventig en veruit de best verdienende artiest van Frankrijk. Als hij optreedt, zijn de stadia meer dan uitverkocht. Voor veel mensen is hij God. Als je op een mooie zomerdag naar een brocante (rommelmarkt) gaat, zie je jong en oud met een Johnny-tattoo op de arm. Toen hij drie jaar geleden in coma lag, was heel Frankrijk in rep en roer.

Als niet ingewijde heeft het even geduurd voordat ik die sterrenstatus begreep, maar gelukkig besteedt de Franse televisie volop aandacht aan artiesten van eigen bodem. Zo zijn er avondvullende documentaires, diverse vormen van ‘in de hoofdrol’ en shows waarin collega-artiesten het repertoire van een bekende zanger(es) vertolken. Als de betreffende artiest nog in leven is, mag hij of zij zelf ook een paar liedjes zingen. Zo ook Johnny.

Hij werd begin jaren ‘60 bekend met in het Frans gezongen rock ’n’ roll nummers. In die tijd mocht er op de radio maar een klein percentage buitenlandse muziek gedraaid worden. Veel Franse artiesten brachten daarom met succes een version Français uit. Dat verklaart waarom Hallyday in Nederland niet zo bekend is. Wij luisterden liever naar echte Franse chansons, van Bécaud en Brassens bijvoorbeeld.

Na de rock ‘n’ roll periode zat zijn carrière een tijdje in het slop, maar Johnny is teruggekomen als een echte rockstar. Type ruwe bolster, blanke pit. Een veel jongere, mooie vrouw - ex model natuurlijk - maakt het plaatje compleet. Daar kunnen de bladen dan weer hun voordeel mee doen. Dat doet verder niets af aan het feit dat zowel fans als collega’s vol bewondering naar hem luisteren. En eerlijk is eerlijk, hij kan het echt.

Schooljuf

De juf van Tup slaat. Niet hem, maar wel een aantal ‘lastige’ klasgenootjes. Uit de verhalen maken we op dat het gaat om een driftige uithaal; het wordt dus niet ingezet als straf. Dat neemt niet weg dat slaan niet mag, ook niet op Franse scholen. Chevy heeft van dezelfde school een boekje meegenomen over het voorkómen van geweld, verbaal en non-verbaal. Leuk contrast.

Het is niet de eerste klacht over de maîtresse en het zal waarschijnlijk ook de laatste niet zijn. Ouders hebben al van alles geprobeerd om haar weg te krijgen. Zonder resultaat. De leerkrachten in het openbaar onderwijs volgen geen sollicitatieprocedure, maar krijgen een plek toegewezen. Je krijgt het idee dat die plekken voor het leven zijn. Dit verklaart misschien waarom ze nog steeds niet op non-actief is gesteld.

Natuurlijk staan de leerkrachten onder controle. Afgelopen week is de onderwijsinspecteur langs geweest voor een routinebezoek. De juf had dit in de klas als volgt aangekondigd: hij zou niet komen voor haar maar voor de kinderen zelf. De ergste exemplaren zouden in aanmerking kunnen komen voor een plek in een internaat. Tja, ook een manier om de kinderen koest te houden. Kortom, dit bezoek is vlekkeloos verlopen; geen aanleiding voor nader onderzoek.

Een aantal ouders heeft ervoor gekozen om hun kinderen van school te halen. Jammer, want de klassen worden hierdoor nog kleiner en daarmee loopt de toch al kleine dorpsschool het risico om gesloten te worden. Die kinderen gaan nu naar een dure, katholieke, privé school. Openbare scholen zijn altijd laïque (onafhankelijk van geloofsovertuigingen) en gratis. Veranderen van openbare school is echter lastig. Deze zijn gekoppeld aan je woonplaats, waardoor je een dérogation (overplaatsing) aan moet vragen.

Wat te doen? De school bezetten? De kinderen massaal van school houden? Nog meer brieven naar de onderwijsinspectie sturen? De juffrouw bedreigen? Tips zijn welkom. Al is het niet voor Tup maar dan voor zijn klasgenootjes of de volgende lichting kindertjes.

Sport

De jongens zitten op muziek en sport. Twee clubjes vinden we meer dan genoeg omdat vrijwel alles tien kilometer verderop gebeurd. Dat betekent dus veel halen en brengen. Het komt ons goed uit als ze allebei hetzelfde willen doen. Zo niet, dan proberen we dat een beetje te sturen. Tup wilde echter iets extra: atletiek. Afgelopen week zijn we toch maar overstag gegaan.

Hun sportloopbaan begon met gymnastiek. Een van de weinige verenigingen waar ze op jonge leeftijd bij konden. Was dat schrikken: super gedisciplineerd, hoge eisen en weinig lol. De oudere jongens zagen we regelmatig in tranen van de mat afkomen. Doorgaan na de kleutergym was echt geen optie. We vroegen ons af, of dit het nou was, het Franse sportleven.

Enigszins gespannen gingen we over op voetbal. Ha, wat een opluchting. Sport kon ook leuk zijn. Goede sfeer, leuke trainer en enthousiaste coaches. Na een jaar was het echter gedaan met de motivatie. De focus op de bal bleek bij beide jongens niet zo groot te zijn. Het werd judo. En het kon zowaar nog leuker; hier werd zelfs gelachen en de leraar was ook nog eens beau gosse. Iedereen blij. Nou ja, bijna dan; Tup miste het rennen. Dat werd dus atletiek.

De trainer was al bekend met de namen Chevy en Tup. Zijn vrouw is namelijk actief bij de gymvereniging. Je vraagt je af wat ze allemaal gezegd heeft. Waarschijnlijk iets in de trant van les frangins Hollandais (Hollandse broertjes) met hun rare namen. Blijkt ze ook nog atletiek te doen; hij de zaterdagtraining, zij de woensdagtraining. Gelukkig was het een van de minst strenge gymtrainsters en haar man is meer dan oké. Vooruit dan maar.